Raceverslag van de “24 heures du Mans 1966”
Inleiding:
Zowel Enzo Ferrari als Henry Ford II hadden een lading zorgen aan hun kop al voordat de race was begonnen. De Scuderia was getroffen door de zwakke economische situatie in Italië en had geldproblemen. Daarnaast werd het team uit Maranello geteisterd door diverse stakingen. De voorbereidingen bij Ferrari waren alles behalve op orde. Sterker men had de testritten in april van dat jaar moeten laten schieten.
Alhoewel de preparatie bij Ford, anders dan bij Ferrari, van het hoogste niveau was, spookten de ervaringen van de voorafgaande 2 jaren, waarin Ford door Ferrari op Le Mans werd vernederd, nog steeds door Henry’s hoofd. Maar er was nog een ander probleem. Een journalist en politiek activist genaamd Ralph Nader had in de loop van 1965 zijn boek “unsafe at any speed” gepubliceerd waarin hij het belabberde veiligheidsniveau van de Amerikaanse automobielen aan de kaak stelde met bedroevende cijfers over het aantal verkeersdoden. Dit boek vond gretig aftrek bij het publiek en de hele problematiek kwam vlak voor de race op een kookpunt waarin Ford niet werd gespaard. Ford lag zwaar onder vuur, temeer omdat hun coureur Walt Hansgen tijdens de testritten op Le Mans in april 1966 het leven verloor door een zware crash. HFII kon niet anders dan hopen dat de 24h race zonder slachtoffers zou verlopen, anders zou de pers hem afmaken. Tot slot, HFII was ongerust over de deelname van zijn grootste Amerikaanse concurrent General Motors die een snelle Chaparral aan de start bracht die kort daarvoor op de Nürburgring had gewonnen. Stel je voor dat Ford Ferrari zou hebben verslagen maar achter de Chaparral zou eindigen…………….
Het deelnemersveld:
Zowel Ford als Ferrari hadden groot ingezet. Dertien GT40’s; acht 7 ltr MKII’s en vijf 4,7 ltr. MKI’s, de laatsten in handen van privé teams. Ferrari had veertien ijzers in het vuur, waarvan slechts 2 fabrieks inschrijvingen, de rest waren alle privéteams. Drie P3’s, vier hybride P2/3’s, drie Dino’s, 3 GTB’s en een 250 (275)LM. De race zou een waar slachtveld worden met slecht 3 Fords (MKII) en 2 Ferrari’s (275 GTB) aan de eindstreep.
Een enkele Chaparral, zes Porsches 906, drie Matra’s, zes Alpine’s, twee Bizzarini’s en verder wat “klein grut”.
Hoe het zich ontvouwde:
Nadat HFII de Franse driekleur had gezwaaid renden de coureurs in typische Le Mans stijl naar hun geparkeerde bolides aan de overzijde van de baan. Ford, met Gurney als snelste uit de kwalificatie, bezette met de MKII’s de 1e vier startplaatsen, alsmede plaats 6 en 9. De P3’s hadden de plekken 5,7 en 8, de Chaparral startte vanaf P 10.
Hoewel de GT40 MKI van Scott/Revson, vanaf plek 13 als eerste in beweging kwam, was het Graham Hill in de Alan Mann(MKII) XGT2 die het veld vanaf de start leidde met een fikse voorsprong.
Drie GT40 MKII’s waren al direct na de start in de problemen. Ken Miles had zijn deur ontzet, waardoor hij na de 1e ronde al in de pits stond voor een reparatie. Sir John Withmore in de Alan Mann (MKII) XGT1 had zijn koppeling zo op z’n donder gegeven dat hij een frequente pits bezoeker werd en na 31 ronden de strijd moest staken. Datzelfde gold voor de auto van Hawkins en Donohue (Holman Moody) die in ronde 12 de strijd verliet.
Omdat de wedstrijd een nat begin kende en de regen met regelmaat neerkwam lukte het Ferrari om de Ford’s vrij eenvoudig bij te houden. Alhoewel Gurney en een hard racende Miles, aanvankelijk aan de leiding lagen waren het na 6 uur racen twee Ferrari’s (Ginther/NART en Parkes/Scuderia), die het veld aanvoerden. Op een natte baan waren ze met hun lichtvoetige chassis beter af dan de zware GT40’s en daarnaast hadden de rode bolides een zuiniger brandstofverbruik en minder remslijtage, wat minder pitstops betekende. Toen de regen wat afnam waren de Fords weer heer en meester.
Gedurende de nacht sloeg 1 voor 1 het noodlot toe bij Ferrari. Oververhitting en versnellingsbak problemen schakelde de ene na de andere P3 en P2/3 uit. Tot overmaat van ramp was Scarfiotti na 9 uur rijden betrokken bij een crash die hem met lichte verwondingen in het ziekenhuis deed belanden. Toen een reeds kreupele P3 van Bandini/Guichet na 226 ronden uit de strijd lag, was de rug van Ferrari gebroken. De Chaparral moest na 8 uur racen met dynamo problemen het veld ruimen.
Ford lag toen met 4 MKII’s (Gurney/Miles/McLaren/Bucknum) souverein aan de leiding, gevolgd door 2 MKI’s. Vervolgens kwamen de Porsches 906, die oppermachtig de 2 ltr. klasse aanvoerenden, met 5 van hun 6 deelnemers. Alpine had de 1300 cc klasse in zijn zak. Het team van Matra was reeds uit de strijd verdwenen. De Bizzarini’s waren al heel vroeg gestrand.
Tussen Miles, die een overdosis race bloedlichaampjes in zijn aderen heeft, en Gurney ontstond evenals op Sebring een keiharde strijd om de leiding. Een zaak die het Ford team ten zeerste afkeurde en waarvan men behoorlijk de zenuwen kreeg. Toen Gurney met een kokende motor de strijd moest opgeven, was de boot aan. Het pitboard EZ (easy) werd gezwaaid en de rondentijden die rond de 3:33 lagen moesten terug naar 4 minuten.
Geen van de MKI’s haalden overigens de finish. De wagen van Scuderia Filipinetti die op een zekere 4e plaats afstevende werd het slachtoffer van slordig pitwerk. Een niet goed gesloten tankdop zorgde ervoor dat brandstof op de banden kwam en de wagen gleed in de Dunlop Bocht van de baan. De overige 4,7 ltr. Fords strandden met een kapotte motor. Jochen Rindt, de winnaar van 1965, overkwam dat euvel reeds na 8 ronden in de #12 Team Comstock/English GT40 .
Tot slot kwam de beruchte formatie finish. Nadat de 3 overgebleven MKII’s op een rustig tempo hun rondjes afwerkten, waarbij McLaren zijn eerder opgelopen achterstand wist weg te poetsen, broedde bij Ford manager Leo Beebe (zeg: Biebie) het idee om een promotionele stunt uit te halen. In overleg met de raceleiding werd een formatie finish voorgesteld waar de stewards aanvankelijk geen probleem in zagen. Todat het reglement nog eens werd nageplozen en duidelijk werd dat een foto finish op Le Mans niet kon werken. Het ging tenslotte om de werkelijk afgelegde afstand en wie de meeste kilometers had gevreten was de winnaar. Voor Ken Miles kwam dit allemaal te laat, hij verloor daardoor de race (onnodig) met 20 meter verschil. Zijn boosheid ging ten kosten van een zonnebril, die hij tegen de Ford pit te pletter gooide.
Voor Ford/Beebe maakte het niets uit, Ferrari was verslagen, de winst was binnen.